Eet je mooi logo

Groenten in pot of blik vaak niet zo gezond door toegevoegde suiker

Artikel door:

Google

Foodwatch bezocht van de grootste 4 supermarktketens (Albert Heijn, Jumbo, Lidl en Aldi) ieder 1 filiaal en kocht alle groenteconserven, zowel blik als pot. Van de 170 verschillende conserven bleken er aan 79 suikers toegevoegd. Toegevoegde suikers werden onder andere gevonden in doperwten, wortels, maïs, rode kool, bieten, asperges, spruitjes, tuinbonen en kapucijners. Het suikergehalte (toegevoegd en natuurlijk samen) was het hoogst bij rode kool, die tot 10 gram suiker per 100 gram bevat. Dat is 25 gram suiker bij een dagelijks aanbevolen hoeveelheid van 250 gram groente, oftewel 6 suikerklontjes. Ook bieten en maïs bevatten veel suikers, al is dat bij maïs van nature al vrij hoog. Zelfs aan 6 van de 11 biologische groenten bleken suikers (honing en rietsuiker) toegevoegd. Doordat de voedingsindustrie overal suikers aan toevoegt, tot zelfs groente aan toe, krijgen consumenten veel teveel suikers binnen en een eenzijdige smaakvoorkeur voor zoet. Het is dus beter om onbewerkte groenten te eten volgens het Eetjemooi.nl principe.

Gezondheidsproblemen door te veel suiker

De overdaad aan suikers leidt tot allerlei gezondheidsproblemen als obesitas, hart- en vaatzieken en diabetes type 2. De Wereldgezondheidsorganisatie spreekt van een obesitasepidemie. In Nederland komen er wekelijks meer dan 1.000 nieuwe patiënten met suikerziekte (diabetes type 2) bij. Inmiddels kampt bijna de helft (43%) van alle Nederlanders met overgewicht en 1 op de 8 (12%) is zelfs obees. 

Het Regionaal Bureau voor Europa van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO/Europe) heeft voor diverse voedsel categorieën adviezen opgesteld zodat ‘een product goed past in een gebalanceerd voedingpatroon’. Groenteconserven met toegevoegde suikers voldoen hier niet aan. Ook het Voedingscentrum laat conserven met toegevoegde suiker buiten de schijf van vijf. Bijkomend effect van suikertoevoeging is dat met name kinderen door alle toegevoegde suikers andere smaken niet leren waarderen en een voorkeur krijgen voor zoet. Dit kan langdurig effect hebben op eetgedrag.

Zelfregulering voedingsindustrie faalt

De Nederlandse overheid heeft met de voedselindustrie afspraken gemaakt om hoge zout-, suiker- en vetgehaltes in voedsel te reduceren in het Akkoord Verbetering Productsamenstelling. Maar deze afspraken zijn zeer zwak en worden zelfs door de wetenschappelijke adviescommissie die de minister zelf heeft aangesteld, als weinig ambitieus af geserveerd. Specifiek voor de ketenafspraak van de productgroep conserven geldt dat is beloofd om minder zout te gaan gebruiken. Over de toevoeging van suiker aan conserven zijn geen afspraken gemaakt. In een brief aan de Tweede Kamer van 9 december kondigt minister Schippers aan dat de sector begin 2017 met maximumnormen voor suiker in conserven zal komen. 

Het ontbreken van een integrale aanpak van zowel zout, suiker als vet in productgroepen is een veel terugkomend kritiekpunt van de Wetenschappelijke Adviescommissie. Omdat vet, suiker en zout door de voedingsindustrie als inwisselbare smaakmakers worden gezien, valt te vrezen dat een reductie van het ene ingrediënt zal leiden tot verhoging van het andere. Het netto gezondheidseffect zal dan vrijwel nihil zijn.

Wat wil foodwatch?

foodwatch wil dat de overheid meer doet om de obesogene omgeving aan te pakken. Minister Schippers moet haar naïeve geloof in zelfregulering loslaten; de voedingsindustrie waakt niet over de gezondheid van de consument. Dat hoort de overheid te doen. foodwatch vindt in haar oproep steun bij de Wereldgezondheidsorganisatie, waarvan directeur-generaal Margaret Chan onlangs nog moest vaststellen: “Het is geen enkel land gelukt om de obesitasepidemie in alle leeftijdsgroepen tot stilstand te brengen. Dit ligt niet aan een gebrek aan individuele wilskracht. Dit ligt aan een gebrek aan politieke wil, om het gevecht met de voedselindustrie aan te gaan.”


Consumenten helpen gezonder te eten is te bereiken middels een combinatie van maatregelen, zoals duidelijke etiketten op levensmiddelen, een lagere belasting op gezond voedsel dan op ongezond voedsel. Frisdrank- en junkfoodproducenten zou de toegang tot scholen ontzegd moeten worden, en de overheid zou reclame voor junkfood gericht op kinderen moeten verbieden. Ook waarschuwingen voor suikerhoudende producten (zoals dranken) helpen mensen bij het maken van een gezonde keuze.